Jan Fabre (°1958) staat in binnen- en buitenland bekend als een van de meest vernieuwende en veelzijdige persoonlijkheden uit de hedendaagse, internationale kunstscène. Hij noemt zichzelf een consilience-kunstenaar, iemand die steeds zoekt naar verwantschap tussen verschillende disciplines. Dankzij die verbintenis geeft hij nieuwe interpretaties aan de wereld van beeldende kunst, theater en literatuur.
Jan Fabre veranderde het idioom van theater door real action en real time op de scène te brengen. Na zijn historische acht uur durende productie ‘Het is theater zoals te verwachten en voorzien was’ (1982) en vier uur durende ‘De macht der theaterlijke dwaasheden’ (1984) verkende hij onontgonnen terrein met ‘Mount Olympus. To glorify the cult of tragedy, a 24-hour performance’ (2015); een monumentale marathonvoorstelling waarmee hij internationaal de geschiedenis van het theater herschreef.
In zijn beeldende oeuvre ontwikkelde Jan Fabre een uniek en samenhangend universum; een hoogstpersoonlijke beeldtaal met terugkerende symbolen en motieven. Tijdens zijn opleidingen in Antwerpen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten groeide een diepe liefde voor schoonheid en haar spirituele kracht. Nieuwsgierig van nature en onder invloed van de manuscripten van de entomoloog Jean-Henri Fabre (1823-1915), raakte Jan Fabre op jonge leeftijd gefascineerd door de leefwereld van insecten.
De interactie dier-mens en mens-dier is een belangrijk onderdeel van de metamorfose en daarmee een constante in Fabres gedachtegoed. Onderzoek naar de betekenis van het lichaam is essentieel in het oeuvre van Jan Fabre: het lichaam is de ingang naar elke emotie, gedachte en hogere contemplatie. Door de ingrepen op zijn eigen lichaam onderzoekt Fabre de fluïde grenzen ervan. Het is een eindeloze speurtocht van het zelf, het omhulsel als toegang tot de inhoud. De blijvende fascinatie voor het lichaam komt ook sterk tot uiting in de persoonlijke acties en performances, van 1976 tot nu.
Jan Fabre wordt nationaal en internationaal op verschillende openbare locaties uitgenodigd om een kunstwerk te integreren, onder meer: ‘The Man Who Measures the Clouds’ (1998), die op verschillende locaties zichtbaar is in Europa en Azië. In Brussel ervaar je ‘De blik binnenin (het uur blauw)’ (2011-2013) in de trappenhal van het Koninklijk Museum van Schone Kunsten en ‘Heaven of Delight’ (2002) in het Koninklijk Paleis. Je ziet ‘Totem’ (2004), een installatie op het Ladeuzeplein in Leuven, stelt een juweelkever voor en werd het symbool voor de stad. In Antwerpen, de geboortestad van de kunstenaar, ontmoet je ‘De man die het kruis draagt’ (2015) in de Onze-Lieve-Vrouw Kathedraal. In dezelfde stad creëerde Fabre drie altaarstukken in de voetsporen van Rubens, Jordaens en Van Dyck in de St. Augustinuskerk / AMUZ. Net als ‘Heaven of Delight’ zijn deze altaarstukken gemaakt met de vleugelkasten van juweelkevers. Zijn laatste toevoeging aan zijn openbare installaties zijn vier rode koraalsculpturen in de kapel van Pio Monte della Misericordia in Napels (2019), in dialoog met een meesterwerk van Caravaggio.
Jan Fabre is naast beeldend kunstenaar en theaterkunstenaar ook auteur van een groot oeuvre van theaterteksten die zowel door theaterregisseurs, academici als uitvoerende kunstenaars als referentieel worden beschouwd. In de loop der jaren heeft Jan Fabre een eigen taal van 'fysiologisch' acteren gevormd, verenigd in zijn richtlijnen voor een performer in de 21ste eeuw. Jan Fabre Teaching Group geeft zijn theaterteksten en specifieke taal ook als instrument door aan een nieuwe generatie kunstenaars over de hele wereld. De verbeelding en het lichamelijke bewustzijn worden stapsgewijs aangescherpt en de performer wordt uitgedaagd om een brug te slaan naar een staat van fysieke transformatie.